Aantal zonnepanelen in Nieuwegein sterk toegenomen

UTRECHT • In de provincie Utrecht hadden huishoudens in 2021 gemiddeld 4,5 keer zoveel zonnepanelen als in 2016. Met name in de gemeenten Renswoude, Rhenen en Nieuwegein ging men hard aan de slag met het opwekken van zonne-energie. Baarn, Woudenberg en Bunschoten blijven daarentegen wat achter. Dat blijkt uit onderzoek van energiebedrijf Zonneplan, op basis van CBS-cijfers.

In Renswoude ging het gemiddelde aantal zonnepanelen per huishouden keer 6,9: van 0,32 in 2016 naar 2,23 in 2021. Voor Rhenen en Nieuwegein geldt een toename met een factor 5,8, terwijl ook de gemeenten Zeist, Vijfheerenlanden en IJsselstein boven de 5 scoren.

In Baarn is sprake van de minst sterke toename. Daar lag het aantal zonnepanelen in 2021 3,4 keer hoger dan in 2016. Alsnog een enorme toename ten opzichte van vijf jaar geleden, maar wel wat minder sterk dan in de rest van de provincie.

Meeste zonnepanelen in Bunnik
In absolute zin hebben woningen in de gemeente Bunnik de meeste zonnepanelen: gemiddeld 2,94 per huishouden. Ook in 2016 was de gemeente al koploper van Utrecht, wat verklaart dat de relatieve toename minder groot is.

In de gemeente Utrecht kom je de minste zonnepanelen tegen. Dat komt dan weer doordat deze gemeente vergeleken met de rest van de provincie veel appartementen kent, waarbij bewoners logischerwijs geen eigen dak hebben om stroom mee op te kunnen wekken.

Ook in Zeist, Nieuwegein en De Bilt hebben huishoudens gemiddeld genomen relatief weinig zonnepanelen.

Grote regionale verschillen
In heel Nederland nam de populariteit van zonnepanelen de afgelopen jaren een enorme vlucht. Toch zijn er aanzienlijke verschillen tussen de verschillende regio’s. Zo valt op dat de toename van zonnepanelen in het Noordoosten en Zeeland wat tegenvalt ten opzichte van de rest van Nederland.

Noord-Brabant doet het daarentegen juist uitzonderlijk goed. Hier nam het aantal panelen per huishouden toe van 0,42 in 2016 naar 2,28 in 2021 (keer 5,4 dus). Dat lijkt volgens Zonneplan te maken te hebben met een combi van een relatief hoog gemiddeld inkomen en relatief weinig hoogbouw ten opzichte van de Randstad.

Terugverdientijd
De grote toename van het aantal zonnepanelen is volgens Zonneplan sterk gerelateerd aan de gestegen energieprijzen sinds oktober vorig jaar. Hoe duurder het is om elektriciteit van het net af te nemen, hoe meer zonnepanelen zichzelf immers uitbetalen.

Volgens het CBS betaalt een gemiddeld huishouden momenteel 73 cent per kilowattuur (kWh). Bij een jaarlijks verbruik van 2500 kWh bespaar je daarmee zo’n 1800 euro op jaarbasis wanneer je zonnepanelen laat installeren. Die investering van drie à vierduizend euro verdien je in de huidige situatie dus al binnen twee tot drie jaar terug.