• Marije Meerkerk met enkele van de zigeunerkinderen die zij onderwijs geeft.
• Marije Meerkerk met enkele van de zigeunerkinderen die zij onderwijs geeft. Foto: Aangeleverd

'Ik voel me veilig in Oekraïne'

Ze is geboren en getogen in de Alblasserwaard, maar inmiddels voelt Oekraïne als thuis voor Marije Meerkerk. De oud-inwoonster van Bleskensgraaf woont en werkt nu al zes jaar in het Oost-Europese land. Ze geeft er onderwijs aan jonge kinderen en tieners in een zigeunerkamp (zie kader). "Elk jaar heb ik een maand verlof in Nederland. Maar als ik terugga naar Oekraïne, voelt dat als teruggaan naar huis", vertelt ze.

De oorlogsdreiging gaat ook aan haar niet voorbij. Desondanks legde ze in februari de oproep van minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra aan Nederlanders om terug te keren uit Oekraïne naast zich neer. "Waarom ik dat gedaan heb? In de eerste plaats zitten we hier op 800 kilometer van de hoofdstad Kiev en op zo'n 1300 kilometer van de separistenregio's in het oosten van het land. Het voelt daarom voor mij en voor de mensen hier nog als een ver van mijn bed-show. De ambassade liet ons weten dat als er geen noodzaak is om hier te blijven, je dan beter weg kunt gaan. Maar wat is noodzaak? Hier ligt mijn leven; als ik hier nu wegga, wanneer kan ik dan weer terugkomen? Dit project heb ik zelf opgezet en draai ik ook zelf. Het is voor mij heel moeilijk om dat achter te laten."

Mentaliteit

De sfeer in haar dagelijkse leefomgeving is ook niet gespannen, al zijn de spanningen met buurland Rusland wel degelijk regelmatig onderwerp van gesprek. Marije: "Maar je merkt dat de mensen hier een andere mentaliteit hebben dan wat wij in Nederland gewend zijn. Oekraïners zijn minder snel bezorgd. 'Als de Russen komen, dan kijken we op dat moment wel verder.' Waar wij in Nederland heel erg bezig zijn met plannen en vooruitdenken, kijken ze hier over het algemeen niet verder dan vandaag. Daarin speelt mee dat dit conflict voor hen al zo'n acht jaar duurt, dus ze zijn het al min of meer gewend. Al is de dreiging nu duidelijk wel groter dan voorheen."

De berichtgeving in het westen van de wereld gaat desondanks niet aan haar voorbij. "Dat gaat toch onbewust onder je huid zitten. Mijn achterban vraagt ernaar, zij maken zich natuurlijk ook zorgen. Aan de andere kant: als ik aan het werk ben, denk ik er zomaar de hele dag niet aan. Dan vergeet je het gewoon. Nogmaals, de afstand tot de bedreigde regio is geruststellend. Al weet ik ook wel dat een inval heel snel kan gaan en vanaf een andere plek kan komen dan we verwachten, bijvoorbeeld uit Wit-Rusland. Niemand weet wat Poetin precies van plan is." Ze sluit zich wel aan bij de oproep van de Oekraïense president om de rust te bewaren. "Het voorkomt chaos en economische schade. De berichtgeving vanuit het westen over de dreiging vanuit Rusland werkt daarbij eerder averechts."

Geloof

'Oekraïners hebben een andere mentaliteit; ze zijn minder snel bezorgd'

Marije voelt zich veilig in Oekraïne, ook al omdat ze steun heeft aan haar geloof. "Hier leer je wat het betekent als God zegt: 'Maak je geen zorgen voor de dag van morgen, elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.' Ik kan 's avonds heel dankbaar zijn omdat ik die dag heerlijk heb kunnen werken. Morgen komt er weer een nieuwe dag, waarbij ik hoop dat ik als ik wakker word het nog steeds vrede zal zijn."

Aan het einde van maart komt ze sowieso voor een maand verlof terug naar Nederland. Een reden te meer waarom ze de komende weken het liefst wil blijven. "Mijn verblijfsvergunning is niet verlengd en ik moet dan een nieuw visum aanvragen. Als de situatie niet verandert, hoop ik daarna gewoon weer terug te gaan naar Oekraïne. Daar ben ik thuis en is mijn werk en leven." 

Ze vervolgt: "Ik heb het voorrecht dat als er echt oorlog komt om terug te keren naar Nederland. Maar voor mij voelt dat zeker niet voor honderd procent als een voorrecht. Ik laat daar zoveel mensen die ik goed ken achter voor wie dat niet mogelijk is. En ook voor de zigeunerkinderen die ik leer lezen, schrijven en rekenen wil ik zó graag blijven. Mijn verwachting was altijd dat ik het op een gegeven moment over kon dragen aan een ander, dat het werk door kan gaan. Maar als ik nu definitief weg zou gaan, weet ik niet of iemand anders het oppakt in de toekomst. Dat vind ik moeilijk."