Elektriciteitskasten in Nieuwegeinse wijk worden gepimpt: ‘Fijn dat de buurt wordt opgeknapt’

NIEUWEGEIN • Dertien kunstenaars geven de elektriciteitskasten in de Muntenbuurt een heel ander uiterlijk. Met een klein spektakel waarbij Nieuwegeinse dansgroepen optraden op het Muntplein, werd dit project zaterdag afgetrapt door wethouder Jan Kuiper. 

Het project, genaamd ‘Streetartmuntenbuurt’, is bedacht en grotendeels ook uitgevoerd door buurtbewoonster Joke Koedijk. Daarbij wordt ze ondersteund door Betere Buurten. “Het is fijn dat de buurt wordt opgeknapt, het is hier nu enorm stenig”, aldus Joke. 

Meer kleur in de buurt
Joke kwam op het idee door de muurschildering die kunstenaar JanisdeMan eerder maakte in de Muntenbuurt: een enorme vitrinekast met daarop dierbare spullen van buurtbewoners. Ze wilde nóg meer kleur in de buurt. Het thema was snel bedacht: inheemse natuur, zodat de buurt meteen wat groener wordt.

‘Langdurig proces’
Daarna kostte het een jaar om haar idee ten uitvoer te brengen. “Het was een langdurig proces”, aldus Joke. “Om de elektriciteitskasten te kunnen beschilderen is toestemming nodig van de eigenaar. Die heb je niet zomaar. Je moet bijvoorbeeld eerst met een ontwerp komen.”

Hierbij kreeg Joke hulp van haar buurman Ton de Jager. “Zelf ben ik helemaal niet creatief. Ton was tekendocent en maakte een ontwerpschets. Dat gaf een idee van hoe het eruit zou gaan zien”.

Daarnaast verdiepte Joke zich in primers en vernissen, want de schilderingen moeten goed blijven zitten. De kasten werden schoongemaakt, in de grondverf gezet en opgeschuurd. De kunstwerken zijn met acrylverf gemaakt en met een twee-componenten laklaag afgespoten.

Verbinding
Zaterdagmiddag was het dan zo ver: de kunstenaars gingen onder toeziend oog van buurtbewoners aan de slag. De streetartartiesten waren toen al een eind op weg, zodat belangstellenden konden zien wat het zou worden.

Joke: “Mensen blijven even staan om te kijken. Er ontstaan dan leuke gesprekken. Er gebeurt iets in de buurt. Het zorgt echt voor verbinding”.